De Nederlandse banken zijn goed door het diepgravende bankenonderzoek en de stresstest van de Europese Centrale Bank (ECB) gekomen. Dat maakten de ECB en De Nederlandsche Bank (DNB) zondag bekend.

De ECB onderwierp de 130 grootste banken uit de eurozone afgelopen jaar aan een nauwgezet onderzoek. Daarbij werd gekeken of ze hun bezittingen en risico’s goed inschatten. Vervolgens werd met een stresstest onderzocht of de banken een forse economische crisis kunnen doorstaan.

In Nederland werden ING, Rabobank, ABN Amro, SNS, Bank Nederlandse Gemeenten, de Waterschapsbank en de Nederlandse onderdelen van RBS onderzocht.

Reserves

De ECB vond wel enkele tekortkomingen in de boeken van de Nederlandse banken. Daardoor kwam de kapitaalpositie van die banken wat lager uit dan ze zelf eind vorig jaar inschatten. De banken bleven echter ruimschoots binnen de door de ECB gestelde norm. De aanpassingen hadden vooral betrekking op het commercieel vastgoed, grootzakelijke kredietverlening en de portefeuille met mkb-kredieten.

Uit de stresstest bleek dat de Nederlandse banken tegen een stootje kunnen, maar dat hun reserves bij een aanzienlijke crisis wel fors worden aangetast. In het meest ongunstige scenario ontstond voor de Nederlandse banken een schadepost van 15,6 miljard euro.

Stevige crisis

Van de Nederlandse consumentenbanken beschikte SNS na het boekenonderzoek over de sterkste kapitaalpositie, met een zogeheten kapitaalratio van 14,9 procent. Bij ABN Amro en Rabobank kwam de verhouding tussen bezittingen en uitstaande leningen uit op circa 12 procent. ING sloot de rij met een buffer van 10,1 procent.

In een stevige crisis zou het kapitaal van SNS na 3 jaar echter het sterkst zijn uitgehold. ABN houdt dan de stevigste buffer, gevolgd door ING en Rabobank.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl